Kadernota Hilversum 2021: Dat kan anders
Kadernota Hilversum 2021: Dat kan anders
De kadernota van de gemeente Hilversum zet wederom in op groot geld voor grote projecten. Goed voor de CV van de wethouders. Maar de minima en wie afhankelijk is van zorg en welzijn komen er bekaaid vanaf. Bezuinigingen op zorg en welzijn gaan gewoon door. Als het geld voor het fysiek domein tegen de plinten van de te realiseren projecten klotst en er tegelijkertijd binnen het sociaal domein mensen verzuipen vanwege bezuinigingen dan is er iets mis. Dat moet echt anders.
De SP zal voor de kadernota een aantal voorstellen doen om de aandacht voor het fysiek en sociaal domein recht te trekken:
- Een taakstelling van 3% op bedrijfsvoering en projectkosten, met name op externe inhuur
- Géén taakstelling te leggen op Jeugdzorg of WMO
- De inkomensgrens voor de minimaregelingen terug naar 130% van het minimumloon
- Een jaarlijkse rapportage van de ambtelijke capaciteit van de gemeente
- Kaders opstellen voor een kadernotitie digitalisering en data-gedreven werken
- Inzetten op een visie op ondernemen in buurten en wijken, en ondersteuning voor ondernemers in de aanloopstraten en buitengebieden.
Hiermee gaat de aandacht naar diegenen die het het meest nodig hebben, en hebben we daarnaast meer grip op de werkdruk in de gemeente en dienstverlening naar onze inwoners. Hieronder leggen we uit waarom we deze maatregelen willen.
Zuinig met geld?
De Kadernota pretendeert zuinig met het geld om te gaan. "Incidentele tekorten worden zoveel mogelijk door incidentele inkomsten gedekt." Maar alle nieuwe grote projecten stomen door. Het Stationsplein en Arenapark kosten tientallen miljoenen, wat Hilversum niet heeft en zal moeten lenen. Men wil aan de gang gaan met een cultuurplein op de Kerkbrink, er is werk aan de winkel Over het spoor, de HOV lijn loopt nog steeds en wordt steeds duurder, en er wordt al gespeeld met ideeen rond het Mediapark en een weg op én onder de hei. Voor je het weet is heel Hilversum een bouwput.
We moeten echt kijken wat de gevolgen van al deze projecten zijn. Dat is nog steeds niet overal duidelijk. Voor welke zaken kunnen we meer tijd nemen zodat de kosten worden gespreid? Welke kunnen worden uitgesteld en welke kunnen soberder, bijvoorbeeld door met minder externe inhuur te werken? Grote ambities op Arenapark, Stationsgebied etc moeten niet gaan leiden tot minder inzet op de verduurzaming en al zeker niet op minder geld voor zorg, welzijn of de bestrijding van armoede.
Laat zaken als een cultuurplein of uitbreiden van het mediapark maar wat later ontwikkeld worden. Dat is voor sommigen vervelend maar het is geen halszaak. Dat is de zorg in de gemeente wél.
Uit de coronacrisis
Mede dankzij het door de SP voorgestelde coronadebat is er een coronareserve ingesteld en werkt het college nu aan een breed gedragen coronaherstelplan. Het huidige college zet daarmee in op coronasteun, vooral voor ondernemers. De inzet van dit college om mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt te helpen met loopbaanbegeleiding en scholing waarderen we ook enorm.
Echter, de kleine ondernemers in buurten en wijken en ZZP´ers verdienen meer maatwerk en verruiming van de toekenningen van de TONK regeling. Hierin mogen we ruimhartiger zijn. Ook pleit de SP voor meer investeringen in onderwijs en welzijnswerk. Eenzaamheid, toenemend huiselijk geweld en leerachterstanden zijn immers ook ingrijpende gevolgen van de coronacrisis.
En we moeten goede ondersteuning bieden voor onze minima. De gevolgen voor hen blijven namelijk ook als corona weer over is.
Aandacht voor zorg
De enige toezegging in deze kadernota is dat de woonlasten met maximaal de inflatie worden verhoogd. Dat is een begin, maar de SP mist in deze kadernota extra investeringen voor het tegengaan van wachtlijsten in de zorg en voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. De Advies Raad Sociaal Domein adviseerde ongevraagd en vroeg zich hardop af waar de investeringen waren voor de meest kwetsbaren?
Zorg, welzijn en minimabeleid vragen gewoonweg meer aandacht. In plaats van extra investeringen is er echter sprake van een taakstelling op het sociaal domein en dat is volgens de SP onacceptabel.
De bestrijding van armoede is dé primaire taak van de gemeente. Die moet mensen die een beroep doen op het Sociaal Plein niet als kostenpost zien. Dat gebeurt nu wél. 'Weet u wel hoeveel u kost?' lijkt een vraag te zijn die nog wel eens wordt gesteld. Dat kan dus écht niet. We moeten stoppen met inwoners die het moeilijk hebben zo te behandelen, en onze zorgtaak serieus gaan nemen.
De bezuinigingen van de vorige kadernota moeten daarom worden teruggedraaid. Dat kost geld, maar zolang we er niet in slagen om mensen uit de put te halen én te houden omdat we meer aandacht hebben voor het bouwen van kantoren en wegen moet dat dan maar.
Hiervoor is ook een versnelde uitvoering van de minima effect rapportage nodig -vóór de kadernota van 2022 - zodat we weten wie we steun moeten geven.
Het Sociaal Plein moet ook echt gaan werken met één dossier, één consulent en één plan, want dat gebeurt nog steeds onvoldoende. Er moet worden ingezet op maatwerk. Op dit moment wordt er gestuurd op algemene voorzieningen, wat niet voor iedereen het gewenste resultaat heeft. Daarbij vragen we nu dat iedereen langer zelfstandig thuis blijft wonen. Dit betekent echter wel dat er voorzieningen tegenover dienen te staan en dat kost geld.
Steun voor schuldenpreventie is ook van belang. Het college zet nu vooral in op ondernemers in coronatijd, maar dat moet voor iedereen gelden. Ervaringen die we opdoen moeten we blijvend inzetten, zodat we ook in de toekomst erger kunnen voorkomen en zo indirect de kosten voor inwoner én gemeente kunnen beheersen.
Digitalisering en data
Door de coronacrisis moet veel dienstverlening digitaal. Dit gaat niet altijd goed.
Voor een goed werkende digitale gemeente zijn belangrijke keuzes te maken. Hoe helpen we mensen het best, zoals mensen die niet digi-vaardig zijn? Is onze gemeentelijke communicatie wel toegankelijk voor iedereen? En hoe verzamelen we data en verwerken we dat?
Meer groen en een goed OV
Gezondheid heeft ook belang bij een groene omgeving. Het is van belang de status van ons groenbestand te monitoren. Niet alleen van het aantal bomen, maar ook van de verstening en de biodiversiteit, met bv bijen- en vogelstand zou een jaarlijkse rapportage moeten komen, zodat de raad kan bijsturen naar een groenere en diervriendelijkere omgeving. Er moet kritisch gekeken worden naar het kapbeleid, omdat door het afschaffen in diverse wijken daarvan we minder mogelijkheden hebben om ons bomenbestand te beheersen.
Ondertussen moeten we blijven inzetten op een toegankelijk en fijnmazig OV. Er wordt ingezet op vergroening en de toegankelijkheid van bushokjes, maar op Station Mediapark kan je nog steeds niet met een rolstoel de trein in. En hoewel de concessie voor de buslijnen bij de provincie ligt, kunnen we als gemeente ook afspraken maken. Zo hadden we eerder een gratis bus voor senioren en WMO-pashouders, en voor iedereen op zaterdag - dat kunnen we opnieuw afspreken.
Betaalbaar wonen
Waar we bouwen - en dat is nodig - dienen we in te zetten op betaalbaarheid en duurzaamheid. Kansen om betaalbaar te bouwen- zoals op de Naarderweg – moeten we omarmen in plaats van afstoten. We moeten voorkomen dat exploitanten steeds zo duur mogelijk bouwen voor de winstmarges. In elk plan moet daarom ruimte zijn voor betaalbare woningbouw. Hiervoor kunnen kaders worden opgenomen in de omgevingsvisie. In de tussentijd kunnen we hier al beleid voor vaststellen.
Sterke buurten
Het wijkgericht werken met sterke buurten en wijken is ook nog lang niet klaar. Een paar wijken zijn goed ingericht, maar er zijn ook wijken die nog aan het begin staan en waarbij er nog zeer weinig geregeld is. Er moet geld vrij worden gemaakt om alle wijken naar het zelfde niveau te tillen zodat mensen er prettig en veilig kunnen wonen.
Ondertussen krijgen de buurten wel activiteiten van de gemeente, zoals het groenonderhoud, toegeschoven, maar zonder het budget wat daarbij hoort. Dat wordt nu uit het wijkbudget gehaald. Dat is gewoon een verkapte bezuiniging.
Diversiteit
Op het gebied van diversiteit en inclusie gebeurt er ook nog te weinig. Voor LHBTI worden stappen gezet, maar de inclusie agenda is een papieren tijger. Ervaringsdeskundigen zouden met ondersteuning van de gemeente samen worden gebracht om activiteiten te organiseren. Men zou naar scholen gaan waar de ervaringsdeskundigen hun verhaal kunnen vertellen om scholieren bewust te maken. De week van de toegankelijkheid in oktober zou elk jaar worden ingeruimd voor een activiteit. Dit alles staat leuk op papier maar komt niet van de grond. Er moeten doelen worden gesteld die jaarlijks bekeken kunnen worden op haalbaarheid. We zien dat andere gemeenten veel verder zijn als het gaat om toegankelijkheid en inclusie. Daar is in Hilversum nog een behoorlijke slag te maken.
En onze inwoners?
Tenslotte: we moeten als gemeente de inwoners serieus nemen, en participatie dieper uitvoeren dan met een paar enquêtevragen. Nu wordt er aan de hand van wat vage antwoorden een plan geschreven dat direct uit het politieke vuistje van de wethouder komt. Zo komt de mobiliteitsvisie met een tunnel onder de hei waar niemand om heeft gevraagd, en wordt een plan voor het Oosterspoorplein doorgedrukt dat de wijk niet ziet zitten.
We moeten minder werken met klankbordgroepjes en minder zenden. Meer participatieavonden waarbij iedereen in een buurt input kan geven op plannen – en daar dan ook iets mee doen! Bereidheid tonen plannen te wijzigen. Meer openstaan voor inwonersinitiatieven en daar steun aan geven. Neem de inwoners serieus, en dan doen ze dat met ons ook.