h

Zijn wij het waard?

23 juni 2018

Zijn wij het waard?

Bijdrage Naomi Doevendans Wij Staan Op! Bijeenkomst Hilversum.

Bedankt dat u vandaag aanwezig was, wij allen hopen dat u wat heeft geleerd heeft en de noodzaak wat beter snapt. 

De politiek praat over het makkelijker maken om mensen met een beperking aan te nemen, maar gaat dit echt om mensen met een beperking?

Of gaat het aan ons voorbij?

De zorg is de grootste bron voor bezuinigingen. Ook op de arbeidsmarkt zijn bezuinigingen en discriminatie kritische punten. 

Een tijdje geleden heeft staatsecretaris Tamara van Ark een initiatief ingediend in de Tweede kamer om de werkgever te ontlasten, het makkelijker maken om mensen met een beperking aan te nemen en te bezuinigen op uitkeringen. Haar idee is om mensen met een beperking naar prestatie te gaan belonen, dit zal nooit boven het minimumloon komen volgens haar en hier wordt een aanvulling tot het minimumloon vanuit de gemeente beschikbaar gesteld. 

Dit betekent dat niemand met het labeltje ‘beperking’ ooit nog boven het minimumloon komt, geen winst maakt en als ze in aanmerking willen komen voor een aanvulling, zij geen spaargeld of werkende partner mogen hebben en hierdoor geen pensioen gaan opbouwen terwijl ze gewoon werken! Dit is volgens Tamara van Ark 1 van de negatieven die niet opwegen tegen de positieve kanten.

Maar zorgen deze problematische regelingen dan echt voor meer banen?

Het centraal plan bureau zegt dat loondispensatie 0 extra banen oplevert maar wel 500 miljoen euro bespaart voor de politieke kas. Hier wilt de staatsecretaris een deel van gebruiken voor beschutte werkplekken, waar niemand om heeft gevraagd. 

Maar wat betekent dit dan echt voor ons?

Wij kunnen dan niet meer om onze beperking heen. Werkgevers gaan ons aannemen omdat het goedkoper is voor hen en niet omdat ze ons nodig hebben. 
Wij gaan er financieel zwaar op achteruit.
Maar ook geestelijk zullen we hier kosten voor moeten dragen. Weer worden we gezien als kostenplaatje en in het ergste geval worden we gedwongen om op ‘speciale’ plekken te gaan werken, ver buiten het straatbeeld. We zouden weleens een last kunnen zijn.

We zijn entertainment, een reden om te lachen, om mensen beter te laten voelen, een medische aanwinst, een opening tot hun hart en een financiële last maar nooit een volwaardig mens’.

Dit schreef ik een tijd geleden terwijl de tranen over mijn wangen rolden en al mijn toekomstbeelden als sneeuw voor de zon zag verdwijnen. 

Mijn moeder leerde mij als klein meisje al, dat ik alles kon worden wat ik maar wilde, met hetzelfde salaris als mannen.
Want hier hadden de dolle mina’s voor gezorgd. 

Dit was inderdaad waar geweest als ik nooit ziek was geworden, mijn rug niet was gaan inzakken en ik als valide vrouw door het leven had gegaan. Ik zou hierdoor bijna gaan wensen dat ik niet was zoals ik gewoon ben.
Ik voel me bijna schuldig dat ik een beperking heb, de politiek zoveel last van mij heeft en mensen rekening moet houden met mij.

Of is dit het beeld wat er over mij en anderen mensen met een beperking is gecreëerd door de jaren heen?Want wij hebben aanpassingen nodig, op de werkvloer, in het openbaar vervoer en zelfs in je favoriete kroeg. Je hoorde niemand ooit over ‘toegankelijkheid’ en discriminatie en systematische onderdrukking van mensen met een beperking (iets met validisme) of toch wel? 

Validisme bestaat al sinds Plato, die een valide wereld wilde creëren en door de eeuwen en jaren heen is dit idee nooit weggegaan, de straten, wetten, gebouwen, schoolsystemen en werksystemen zijn altijd ingericht voor mensen zonder een beperking hierdoor is. Ontoegankelijkheid en het uitsluiten van mensen met een beperking eerder een feit dan een uitzondering.

Nu in de moderne tijd hebben we geleide stroken, drempelhulpen, braille
maar heeft dit echt zin als het niet wordt gezien als een deel van onze systemen en straatbeeld. Geleide stroken worden geblokkeerd door pratende mensen, fietsen, reclame borden en zelfs politieauto’s. 
Er worden palen neergezet voor een supermarkt, waardoor mensen in een rolstoel geen boodschappen kunnen doen en validistische termen nog steeds een deel zijn van onze taal. 

De gesproken taal is de norm, deze talen leren wij op elke school terwijl er 1,5 miljoen slechthorenden hier in Nederland zijn die je uitsluit elk moment dat je spreekt en niet je verantwoordelijkheid neemt. Gebarentaal is net zoals de gesproken taal, Elk land heeft hun eigen taal, er zijn verschillende dialecten en het enige verschil is dat er met je handen wordt gecommuniceerd in plaats van met je stem, maar het wordt alleen op speciale doven scholen les in gegeven. Hierdoor wordt een kloof geschapen tussen kinderen met een beperking en zonder, die toch echt allemaal kinderen zijn en evenveel recht hebben op een sociaal leven.

Dus de vraag is niet meer OF het gebeurt, maar waarom nog steeds? EN of het wat oplost om mensen met een beperking zich telkens te laten aanpassen of dat het tijd is dat de valide wereld zich eens aanpast.

En hierom willen wij u vanavond naar huis sturen met kennis en de vraag:

Zijn wij het waard?

 

U bent hier