h

Groeten uit Bhutan

15 september 2007

Groeten uit Bhutan

Als gemeenteraadslid voel ik mij een bevoorrecht mens. Om – vrij naar de woorden van Karel Glastra van Loon – niet mokkend aan de kant te hoeven staan, maar ook daadwerkelijk wat te kunnen doen voor je stad is een privilege. Natuurlijk, met enige regelmaat is het razend frustrerend als er tussen droom en daad weer eens talloze wetten en praktische bezwaren blijken te staan. En hoe het toch mogelijk is dat die andere 33 raadsleden (de 3 van de SP uiteraard uitgezonderd) het zo vaak met me oneens zijn is me ook een raadsel. Maar: er lukt gelukkig ook veel, zoals deze week nog bleek met buurthuis De Geus. En zo af en toe krijg je de kans dingen te doen die anders nooit op je pad zouden zijn gekomen. Geïnterviewd worden door journalisten uit Bhutan bijvoorbeeld.

Toen het verzoek van de wereldomroep via e-mail binnenkwam, keek ik eerst een paar tellen ongelovig naar mijn scherm. “De absolute monarchie wordt naar de wens van de koning afgeschaft en vervangen door een parlementaire democratie. Voor het eerst in de geschiedenis van het Himalaya koninkrijk zal de bevolking naar de stembus gaan voor de verkiezing van een parlement. Dus zal ook de nationale omroep voor het eerst verkiezingsuitzendingen moeten maken.” En om vast wat te oefenen komen ze naar Hilversum… 

Op zo’n moment ben je blij met het fenomeen zoekmachine. Wist u dat Bhutan tussen India en China ingeklemd ligt, overwegend Boeddhistisch is en momenteel geregeerd wordt door Koning Jigme Khesar Namgyel Wangchuk? Of dat Bhutan het op één na slechtste voetballand ter wereld is, en slechts één keer won (van, u begrijpt, het slechtste land ter wereld)? En misschien wel het belangrijkste: dat Bhutan het enige land ter wereld is dat werkt met het begrip Bruto Nationaal Geluk? 

Maar goed, natuurlijk wilde ik de Bhutani wel helpen. Het interview zou gaan over wijkvoorzieningen en waarom de SP er voor is om die kleinschalig en toegankelijk te houden. Terwijl ik rustig uitlegde waarom het zo belangrijk is dat De Geus open blijft, vroeg ik mezelf stiekem toch af of mijn interviewer een buurtcentrum sowieso niet een wat vreemd verschijnsel vond. Op de een of andere manier leek het me niet het soort item dat de verkiezingsstrijd in Bhutan zou beheersen. 

Gelukkig mocht ik ook vragen aan hen stellen. Of het volk had gestreden voor de democratie, vroeg ik eerst maar eens. Ik kreeg blikken toegeworpen alsof ik van een andere planeet kwam. Gestreden? Natuurlijk niet! Het volk heeft eigenlijk niet zo’n behoefte aan die democratie. Het is dat de Koning het zo graag wil, maar anders… 

Nog maar eens proberen: het is toch heel goed dat de Bhutani nu zelf kunnen beslissen over wat er moet gebeuren? Nou, dat was maar zeer de vraag. Dat besturen, dat was toch maar tricky business. Maar gelukkig, zo werd me verzekerd, had de Koning beloofd het weer over te nemen als het echt niet goed zou gaan. Met die geruststelling durfden ze wel te gaan stemmen. 

Nieuwsgierig geworden naar die geweldige Koning gooide ik het over een andere boeg. Zorgt de Koning dan zo goed voor jullie, vroeg ik. Wat doet hij bijvoorbeeld voor de armen in Bhutan? Het antwoord verraste me toch nog. De Koning zorgt voor ons, wie dat nodig heeft kan de Koning om hulp vragen. Hij geeft je dan een stuk land, zodat je voor jezelf kunt zorgen. Inmiddels had ik het gevoel een verdorven westerling te zijn, en in die sfeer stelde ik de volgende vraag: Iedereen staat zeker in de rij dan, als de Koning zo maar uitdeelt? De cultuurkloof werd op geen enkel moment van ons gesprek duidelijker dan op dat ogenblik. Waarom zou iemand iets vragen als hij het niet nodig heeft? 

Enigszins beschaamd hield ik mijn mond, een laatste vraag bleef zo ongesteld: kunnen wij niet veel meer van hen leren dan zij van ons…

U bent hier