Hilversum

Gisteren stond voor het Besluit de inspraakreactie van het college op de ontwerp structuurvisie van de Provincie Noord-Holland op de agenda.
De provincie lijkt er een gewoonte van te maken om de inspraakperiodes op haar stukken zo kort te houden dat het onmogelijk is om tijdig te reageren. Eerder al met de inspraaktermijn voor de aanbesteding van het openbaar vervoer en nu weer.

Deze gang van zaken vinden wij als SP-fractie allerminst prettig. En dat hebben we ook luid en duidelijk laten weten. Wij vragen ons bijvoorbeeld af wat aan de korte reactietermijnen ten grondslag zit. Interesseert het de bestuurders in het Haarlemse eigenlijk niet zoveel wat wij vinden? Of - en de vraag is, wat erger is -, is het bestuurlijke onkunde?

Kijkend naar de ontwerp structuurvisie Provincie Noord-Holland, vermoeden wij het laatste. Wat kunnen en moeten wij verwachten van bestuurders die een stuk opstellen waarin de A27 wordt aangemerkt als ecologische hoofdstructuur en dat ook op tal van andere locaties bestaand bebouwd gebied met de ecologische hoofdstructuur verwart? Ook het intekenen van locaties op plekken waar ze daadwerkelijk liggen, zoals Monnikenberg, lijkt te hoog gegrepen voor het provinciale bestuur.
Het is diep droevig dat een dergelijk slecht inhoudelijk stuk de Haarlemse burelen kan verlaten. En wat ons betreft mag het college dit best zwaarder aanzetten in haar brief met zienswijze aan de provincie. 
Stukken van deze kwaliteit laten in ieder geval het ergste vrezen voor de provinciale ruimtelijke ordening in Noord-Holland. Nu en in de toekomst. Wanneer dit cartografische drama onverkort in de huidige vorm door Gedeputeerde Staten zou worden aangenomen, hoeft er maar een slimme milieuclub op te staan en er rennen herten over de snelweg. 
Als gemeenteraadsfractie is dat gelukkig niet onze verantwoordelijkheid, maar dit wordt natuurlijk anders wanneer het zogenoemde 'provinciaal belang' te veel gaat drukken op de ruimtelijke ordening in onze gemeente. Want sinds de invoering van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) hebben wij als gemeente wel degelijk rekening te houden met de visie van de provincie. En daar lijkt het wel op gezien de ruime definitie die de Provincie Noord-Holland voor haar 'belang' hanteert. Daarbij kunnen we nog een groot aantal beleidsstukken over wonen, werken en recreëren van de provincie verwachten. De Haarlemse magistraten moeten deze nog opstellen, maar in de toekomst zouden ze van invloed kunnen zijn op onze bestemmingsplannen. Daar wordt ons college terecht een beetje zenuwachtig van.
Wij hebben het college dan ook aangeraden de bestuurders uit Haarlem eens uit te nodigen om ze het verschil tussen bos, huis en snelweg te laten zien en ze tegelijkertijd te overtuigen dat ze zich verder beter terughoudend en met gepaste bescheidenheid kunnen opstellen. Die kans is echter klein. Tijdens het Besluit gaf wethouder Rensen tussen de regels eerlijk toe dat we als gemeente kunnen kletsen wat we willen, maar dat we er niet vanuit moeten gaan dat de Provincie naar ons zal luisteren. 
Waarschijnlijk wordt in februari overhaast op provinciaal niveau besloten om, zonder dat alle zienswijzen, bijvoorbeeld die van andere gemeenten, binnen zijn, om dit neuzelstuk vast te stellen. In een wanhoopsoffensief vroeg Rensen alle partijen om hun provinciale bestuurders te mobiliseren dit te voorkomen.
Vanzelfsprekend zullen wij doen voor de wethouder wat in ons vermogen ligt. Blij worden we er niet van.