Hilversum

10 Februari opent minister van Jeugd en Gezin André Rouvoet het eerste Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in gezondheidscentrum 'de Eedenburgh' in Hilversum. Eigenlijk opent de minister geen CJG's meer, maar omdat Hilversum zijn geboortestad is, maakt hij een uitzondering. Behalve dat een feestje altijd leuk is, plaatst de SP-fractie wel kanttekeningen bij de komst van dit CJG.

Als fractie zien we zeker de kansen die met een Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ontstaan. De huidige knip tussen consultatiebureau voor zuigelingen en kinderen tot 3 jaar en GGD voor de oudere jeugd, vinden wij ook verre van optimaal. Als het Centrum van Jeugd en Gezin meer continuïteit kan bieden en ook een grotere rol kan spelen in het signaleren van zogenoemde niet-pluissituaties, zien wij dat als pure winst. 

De nota van het college over de CJG, gaf echter wel aanleiding tot wat vragen en opmerkingen. In de eerste plaats door het hoge theoretische gehalte van het stuk. Tijdens de tweede keer dat er binnen de raad over is gesproken is 'er nog geen kind voorbij gekomen', zoals John van Otterloo als toehoorder terecht opmerkte. Soms is politiek taai. 

De wethouder gaat niettemin uit van de oprechte bedoelingen van partners zoals GGD, Versa en Bureau Jeugdzorg. In de praktijk van andere CJG's blijkt echter dat de problemen beginnen wanneer mensen daadwerkelijk met elkaar moeten samenwerken. Samenwerken betekent namelijk ook het delen van bevoegdheden. En dat blijkt moeilijk voor jeugdzorginstellingen die zichzelf heel belangrijk vinden. De wethouder is hier niet angstig voor. Alle partners hebben een samenwerkingsconvenant ondertekend en bovendien wordt er een gemeentelijke procesregisseur aangesteld om de samenwerking te coördineren en uitvoerende partijen aan te wijzen. 

Meetpunten
Als SP-fractie vroegen wij ons toch af of er geen concrete doelen te formuleren zijn waar het CJG het voortouw in zou moeten nemen. Dit om te voorkomen dat het centrum blijft hangen in een praatgroepjescultuur en dat de procesregisseur uiteindelijk niets meer is dan een extra organisatorische laag. 

Daarbij willen we de merites van het CJG ook kunnen meten. En dat is nodig ook, want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Zo bleek bijvoorbeeld uit het communicatieplan voor het CJG. Een stuk dat in tegenstelling tot het plan van aanpak vol stond met duidelijke doelstellingen. Voor de opening van het CJG zouden bijvoorbeeld alle Hilversummers moeten weten wat een CJG is. Op onze vraag of dat is gelukt zo'n drie weken voor dato, moesten de wethouder en zijn ambtenaren helaas ontkennend antwoorden. Daarom is het goed dat wethouder Boog is ingegaan op de wens van de raad zo snel mogelijk een concept met meetpunten en beoordelingscriteria te sturen. Ook is afgesproken dat we na de verkiezingen gaan praten over het jeugdgezondheidsbeleid in Hilversum en de rol die het CJG daarin kan spelen. Hopelijk gaat het dan wel over kinderen John.