h

Gesprek wethouder - uitvoering WVG

21 juni 2004

Gesprek wethouder - uitvoering WVG

Ons geplande gesprek met de wethouder (v/d Brink) was op zijn verzoek verplaatst naar vandaag. We zijn in ieder geval blij dat de wethouder in deze voor hem toch drukke en roerige tijden ruim tijd heeft vrij gemaakt om nogmaals met ons te spreken. De wethouder liet ons om te beginnen weten dat hij morgen in de Cie Welzijn een aantal verbeteringen in de uitvoering van de WVG zal presenteren. Die verbeteringen zullen met name gericht zijn op het verkorten van de doorlooptijden. Dat is ook hard nodig, Hilversum scoort op dat punt slecht als je het vergelijkt met andere gemeenten. We kennen de exacte inhoud van het plan nog niet, maar de wethouder heeft ons beloofd een exemplaar van zijn plan toe te sturen. Daar komen we hier dan ook op een later tijdstip nog eens op terug.

De wethouder( P. v/d Brink) en het hoofd van de VOG (G.Pot) hadden naar aanleiding van ons rapport nog een aantal vragen en opmerkingen. Om maar gelijk goed te beginnen, in ons rapport stellen we dat in Hilversum slechts 30% van de aanvragen wordt gehonoreerd terwijl dat in overige gemeenten rond de 90% is. De wethouder wees ons er op dat dat echt niet klopte. Nader onderzoek van ons naar dat getal laat inderdaad zien dat we daar in het rapport een flinke vergissing hebben gemaakt. Het aantal keren dat aanvragen worden toegewezen is in Hilversum zeker niet slechter als in andere gemeenten, het ligt rond diezelfde 90%. Een excuus aan de wethouder is op dat onderdeel dan ook op z'n plaats. 

Voor wat betreft de financiële aspecten in het rapport hebben de wethouder en wij verschil van opvatting over de manier waarop de cijfers geïnterpreteerd moeten worden. Het is in ingewikkelde materie die door verschillende gemeenten op verschillende manieren wordt geadministreerd. Zo is het simpelweg vaststellen van de zogenaamde "fictieve bijdrage": (het bedrag dat de gemeente van het rijk krijgt voor de WVG) al niet eenvoudig en hebben we verschil van mening over hoe wij dat gedaan hebben en hoe de wethouder denkt dat dat moet. 

Als het gaat om kwalitatieve verbeteringen in de uitvoering, met name waar het gaat om de bejegening van mensen en de rol van het RIO, heeft de wethouder nogmaals bevestigd dat daar verbeteringen nodig zijn. In het plan dat hij morgen aan de cie. zal presenteren zijn echter nog nauwelijks maatregelen opgenomen die tot die kwalitatieve verbeteringen zullen leiden. De wethouder liet ons weten dat hij ook liever had gezien dat hij zowel het probleem van de doorlooptijden als de door ons gesignaleerde kwalitatieve knelpunten in één integraal plan had kunnen opnemen. Door tijdgebrek is hem dat echter niet gelukt. Hij heeft ons wel toegezegd daar binnenkort nog eens op terug te komen en ook om nog eens te gaan praten met het RIO om te kijken welke mogelijkheden er zijn. We zijn er eerlijk gezegd nog niet helemaal gerust op dat het goed gaat komen. Het RIO stelt zich op het standpunt dat de gemeente hun opdrachtgever is en dat als het RIO kwalitatieve verbeteringen wil doorvoeren dat gevolgen heeft voor de prijs van hun dienstverlening. De wethouder stelt zich op zijn beurt op het standpunt dat het voornamelijk gaat om hoe de RIO zijn werk doet en dat hij daar niet over gaat. Een verhoging van de kosten van het RIO is wat hem betreft in ieder geval uit den boze. Al met al lijken ze elkaar de zwarte piet toe te spelen en is de cliënt de dupe. De wethouder zegt weliswaar dat ook hij niet tevreden is over de rol van het RIO maar dat de rol van het RIO op de duur toch zal veranderen door een wijziging in de wet. Daar lijkt hij dan ook op te willen wachten. Als het probleem daadwerkelijk bij het RIO ligt kan de gemeente ook nu overigens besluiten om de indicaties niet bij het RIO te laten doen. De wet biedt daar nu al mogelijkheden voor. Het zal er dan waarschijnlijk niet goedkoper op worden, maar als de wethouder de problemen echt op wil lossen heeft hij in ieder geval wel een aantal mogelijkheden. 

Ook over een aantal concrete voorstellen van ons is de wethouder niet op voorhand positief. Hij vindt bijvoorbeeld dat de wet hem geen mogelijkheden biedt om dure voorzieningen te treffen voor mensen waarvan het RIO heeft vastgesteld dat hun toestand op termijn zodanig zal verslechteren dat ze in een verpleegtehuis terecht zullen komen. Als op basis van statistieken valt te verwachten dat iemand met een bepaalde aandoening binnen een jaar in een verpleegtehuis terecht zal komen dan zal de gemeente bijvoorbeeld geen vergoeding verstrekken voor verbouwingen aan de woning van deze cliënt. Wij vinden dat statistieken mooi zijn, maar weinig zeggen over een individueel geval. Naar onze mening geeft de wet meer dan voldoende ruimte om ook in dat soort gevallen tot vergoeding over te gaan. Als de wethouder dat echt zou willen kan hij ruimhartiger met dat soort toekenningen omgaan. Het lijkt er echter niet op dat hij daartoe bereid is. 

Iets soortgelijks geldt voor de verstrekking van bijvoorbeeld rolstoelen. De gemeente heeft een bepaald assortiment en daar kan een keuze uit worden gemaakt. Dat beperkt de keuzevrijheid voor de cliënt enorm. De wethouder erkent dat dat zo is maar uit het oogpunt van kostenbesparing wil hij toch vasthouden aan een vast assortiment. De gemeente Hilversum voert het WVG protocol (afspraak tussen de minister, de Ver. Nederlandse Gemeenten en gebruikersorganisaties) dat als richtlijn geldt voor de uitvoering van de WVG niet in zijn geheel uit. De wethouder zegt daar steeds over dat hij maar op een paar onderdelen afwijkt en dat dat dus geen probleem is. Wij denken daar anders over. De kern van het protocol is nou juist dat er rekening gehouden moet worden met de wensen van de cliënt en dat de cliënt keuzemogelijkheden moet hebben. Juist daar legt Hilversum beperkingen op. De SP is overigens niet de enige die dat vind. Ook Stichting de Ombudsman heeft in een rapport van maart 2004 aangegeven dat er kritisch gekeken moet worden naar juist dit onderdeel van het protocol omdat dat in de praktijk vaak problemen oplevert. De ombudsman vindt ook dat het WVG protocol nog in 2004 een wettelijke status moet krijgen zodat gemeentes het gewoon onverkort moeten uitvoeren. Ook wij vinden dat, maar de wethouder wil er voorlopig niet van weten. Het lijkt er op dat we in Hilversum alles beter denken te weten dan in de rest van Nederland. Hilversum is bijvoorbeeld ook niet aangesloten bij de nationale ombudsman. Dat betekent dat het indienen van klachten bij de ombudsman voor de inwoners van Hilversum geen zin heeft. 

Al met al lijkt het er op dat de wethouder wel wat aan de doorlooptijden gaat doen maar dat als het gaat om de bejegening van cliënten, de rol van het RIO en de keuzevrijheid van mensen als het gaat om hun voorzieningen er niet veel staat te gebeuren. De wethouder zegt het wel beter te willen doen, maar tot dusver lijkt hij toch geen echt serieuze maatregelen te willen nemen om dat ook waar te maken. 

We hebben afgesproken dat de wethouder nog een keer in een brief naar ons reageert op het rapport en onze gesprekken. Daarop, en op het verbeterplan dat hij aan de cie. welzijn gaat voorleggen zullen we nog even wachten. Als daaruit niet blijkt dat er echte verbeteringen tot stand zullen komen zullen we moeten nadenken over vervolgacties. We kunnen en willen niet toestaan dat het nu weer niet tot verbetering komt. Het feit dat we op dit moment te maken hebben met een demissionair college dat niet langer het vertrouwen van de raad heeft maakt het er allemaal niet makkelijker op. Maar we blijven volhouden.

U bent hier